Gedachten komen en gaan. Ze ontstaan spontaan zonder dat jij er wat voor hebt gedaan. Die gedachten kunnen van alles zijn. Dat wat je denkt wanneer je je buurvrouw ziet, ook wanneer je dit leest ontstaan er gedachten. Deze tekst die ik schrijf kan je ook zien als gedachten. Ik weet vooraf ook niet exact wat ik ga schrijven en toch komt er tekst. Wanneer je jarig bent, hoef je ook niks te doen en toch krijg je, zonder dat jij er wat voor doet een cadeau. Zo is het dus ook met jouw gedachten. Kortom gedachten krijg je cadeau.
Gedachten krijg je cadeau, en wat doet dat met je.
Zelfs wanneer je denkt “Als ik iets serieus ga ondernemen, ga ik eerst goed nadenken, dat doe ik toch echt zelf”.
Zelfs die gedachten krijg je cadeau.
Vanaf de leeftijd vier of vijf veranderde de manier hoe jij met jouw cadeaus omging. De verjaardagen daarvoor kreeg je een cadeau en was daarmee de kous af. Maar vanaf ongeveer die leeftijd werd het cadeau bezit. Het cadeau was nu van jou en niet van je neefje, dat spontaan mee wilde spelen, of je nichtje die wel heel bewonderend keek naar jouw mooie rode brandweerauto. “Die brandweerauto is van mij” werd jouw houding met het gevolg dat jij alleen met de brandweerauto ging spelen.
Dit is precies hoe we tegenwoordig omgaan met gedachten. Gedachten krijg je cadeau dus die gedachten zijn van mij! Doordat je houding ten opzichte van die gedachten zo is veranderd, gebeurt het volgende.
- Je gedachten ga je heel serieus nemen;
- Je gaat je verbinden met jouw gedachten;
- Gedachten worden voor waar aangenomen.
Hoe ga je om met je cadeau.
Door deze hechting met jouw gedachten ontstaat er veel mist in je hoofd een raak je de verbinding kwijt met jouw omgeving, met je waarden in het leven. Je gaat leven naar de schijnwaarheden van je gedachten met als gevolg dat je verder van jezelf komt te staan en dan komt het monster “ik ben niet goed genoeg” langs of de “stress beer” en wanneer je verder verstrikt raakt in je gedachten kan er depressie ontstaan. Als kind werd je uiteindelijk geleerd anders om te gaan met de cadeaus je krijgt. Je hebt geleerd je ervan los te maken, waardoor je weer samen kon gaan spelen met je neefje en je leuke dingen kon gaan doen met je buurmeisje of wat dan ook.
Dus door anders om te gaan met het cadeau kon je ook weer samen spelen en verbinden. Voor je gedachten geldt dit precies hetzelfde. Het lastige is wel dat gedachten zich uitdrukken in taal. In mijn vorige blog gaf ik al aan dat taal zorgt voor de volgende problemen:
- We staan niet meer open om zaken anders te ervaren;
- Taal zorgt voor hechting met onze gedachten.
Kortom in het anders omgaan met gedachten licht een sleutel tot een leven waarin weer plaats is voor spelen en verbinding maken.Even voor de duidelijkheid het maakt niet uit wat voor een type gedachten het zijn. Om dit duidelijk te maken een kleine oefening.
Oefening
Pak twee blanco A4tjes.
Op het eerste A4tje schrijf je een negatieve gedachte en op het tweede papiertje schrijf je een positieve gedachte. Als je dit gedaan hebt ga dat even rechtop zitten in je stoel of bank. Kijk richting een object en verbeeld je dat dat object je partner is waarmee je je wilt verbinden.
Pak het eerst A4je op en pak die met beide handen vast. Til je handen net zover op totdat je op ongeveer 30 cm voor je ogen en op ooghoogte het A4tje hebt. Als het goed is kan je nu je negatieve gedachte lezen. Neem de situatie even goed in je op.
Leg nu het eerste A4tje weg en pak het tweede A4tje en je herhaalt dezelfde handelingen.
Als het goed is kan je nu je positieve gedachte lezen. Neem ook deze situatie in jou op.
Leg daarna het A4tje weer weg.
Kon jij in situatie met het eerste A4tje het object zien waar je je partner op hebt geprojecteerd? Kon je in de tweede situatie het object zien?
Op beide vragen is het antwoord nee. Je kon je dus ook in beide situaties niet verbinden met je partner. Deze oefening werkt ook wanneer je op het object je waarden of je doel in het leven projecteert. Samengevat maakt het dus niet uit of het een positieve gedachte of een negatieve gedachte is. Wanneer jij je richt op je gedacht is er geen ruimte voor iets anders.
Hoe kom je los van je gedachte.
Het gaat er dus om, om los te komen van je gedachten. Twee oefeningen kunnen daarbij helpen. Je kan je gedachten een naam geven. Mijn gedachten worden gevormd door Howard. (Ken je hem die Howard van “the big bang theory”) Wanneer je merkt dat je een “onwerkbare” gedachte hebt kan je bijvoorbeeld de volgende zin uit spreken:
“Beste Howard bedankt voor je informatie, ik doe hier nu even niks mee”
Een tweede oefening die kan helpen los te komen van je gedachten is om voor die niet werkbare gedachten de volgende zin te zeggen:
“Ik bemerk dat ik de gedachte heb dat……………..”
Weer even terug naar de A4tjes van eerder. Ik vroeg jou om die A4tjes op ooghoogte te houden. Leg nu eens een van die A4tjes leesbaar voor je op je schoot.
Kan je het object zien?
Juist nu lukt het wel. De gedachte, welke dan ook, is nog steeds aanwezig maar je bent wel in staat je te verbinden met je partner of de doelen in je leven.
Door de oefeningen die ik beschreef regelmatig te doen zorg je ervoor dat die gedachte dus op je schoot belandt. De gedachte is nog steeds aanwezig en je bent instaat om je te verbinden met wat jij op dat moment belangrijk vindt.
Ik hoop dat je de bovenstaande oefeningen gaat toepassen en je hierdoor los gaat komen van jouw gedachten Ik hoop dat je gedachten weer echt een cadeau worden.